Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [46]Zo zal [47]Hij hem [48]genadig zijn, en [49]zeggen: [50]Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale, Ik heb [51]verzoening gevonden. 46. Te weten, als de zieke mens de vermaning des leraars met een gelovig en gehoorzaam hart zal aangenomen hebben. 47. Namelijk, God. 48. Te weten, hem vergevende zijn zonden, en hem weder gezond makende. 49. Te weten, tot den bode of gezant. 50. Dat is, verkondig hem de verlossing; Joh.20:23; 2 Kor.5:19,20. 51. Te weten, de verzoening van den Messias.